Koemelkeiwitallergie en lactose-intolerantie

Koemelkeiwitallergie en lactose-intolerantie zijn twee duidelijk verschillende pathologieën wat de ernst van de aandoening betreft, alhoewel de symptomen dikwijls identiek zijn, wat het stellen van een gedifferentieerde diagnose moeilijk maakt. Na ondervraging over de voedselinname is het nochtans gemakkelijk vast te stellen over welke pathologie het zou kunnen gaan en om de aangewezen diagnosetest uit te voeren. Naargelang de diagnosetesten en de bestudeerde populatie variëren de prevalentiecijfers van koemelkeiwitallergie maar ze blijven al bij al voortdurend stijgen. De prevalentiecijfers voor lactose-intolerantie zijn moeilijker te evalueren omdat de individuele tolerantie afhankelijk is van veel factoren.

De wijdverbreide verwerking van producten van koemelk in voedingsmiddelen, soms ook niet vermoedend, verhoogt het risico op een ongunstige reactie door accidentele inname van koemelkeiwitten door allergische patiënten. Daarom willen vele onderzoekers immunotherapie ontwikkelen om tolerantie te induceren voor koemelk bij patiënten met koemelkeiwitallergie. Deze vorm van therapie biedt mooie perspectieven om de levenskwaliteit van de patiënten te verbeteren maar vraagt bijkomende studies om de doelmatigheid op lange termijn te bevestigen.

Anderzijds is de scholing van de patiënt en zijn omgeving voor het lezen van de voedseletiketten een eerste prioriteit in de preventie van accidentele inname van koemelkeiwitten of lactose.

De warenwetgeving en de voedingsindustrie houden meer en meer rekening met deze problematiek wat resulteert in regelmatige aanpassingen van de wetgeving. De voedingsindustriëlen ontwikkelen specifieke producten voor bijzondere voeding en informeren de consumenten over de samenstelling van hun producten op basis van de aangepaste wetteksten betreffende de etikettering van voedingsmiddelen.

   
© ciriha

Connexion